Toen God talent aan mij uitdeelde...
10 december 2020 · 12:00
Update: 15 november 2024 · 10:06
Er stond een lange rij voor de troon van God. Erg snel ging het niet. Om de paar minuten schoven we een halve meter op. We stonden op het punt onze reis naar het ondermaanse te maken. Vlak voor het moment dat in de schoot van onze moeders het magische wonder van onze bevruchting zou plaatsvinden, werden ons de gaven toebedeeld die we tijdens ons aardse bestaan zouden kunnen gebruiken.
Ik was nieuwsgierig naar wat ik zou krijgen. Ik hoopte op de gave van muziek, dat ik hemels harp zou kunnen spelen, of een stem zou krijgen waarmee ik ieder mensenhart kon raken.
Ik hoopte op de gave van de talen, om wereldreizen te kunnen maken zonder barrières en Babylonisch gedoe. Ik hoopte op de gave van intellectualiteit, dat de wereld aan mijn voeten zou liggen en ieder vak, ieder beroep binnen mijn bereik zou zijn.
Er was zoveel waarop ik hoopte. Een feilloos richtingsgevoel, een computer kunnen doorgronden, verhalen kunnen scheppen.
Jij, Annemarie, krijgt de gave van het biechten
De jongen vóór mij kreeg de gave van de handigheid. Ook een fijn talent. “Wat jouw ogen zien, kunnen je handen creëren,” zei de Heer. "Doe er je voordeel mee en maak er iets van.” En Hij zegende hem. Daarna was ik aan de beurt. De Heer keek me aan: “Jij, Annemarie, krijgt de gave van het biechten.” Ik stond perplex. “Maar Heer, ik heb gehoord dat ik in een protestants gezin terecht zal komen. Biechten is toch meer iets voor een katholiek?”
Even glimlachte de Heer. “Ik bedoel niet het biechten één op één, maar biechten in het openbaar. Jij krijgt het talent publiekelijk je falen op te biechten. Ik zegen jou in…” “Wacht, Heer, wacht! Is dat echt alles wat ik krijg? Niet iets als schilderen, musiceren of zingen? Zelfs geen talenknobbel, al was het maar een kleintje?”
“Ik weet wat Ik doe,” sprak Hij plechtig. “Als je Mijn gave niet veronachtzaamt, kan er evengoed iets moois uit groeien.” En Hij gaf me Zijn zegen.