Anja Haga (CU): ‘Ik ben me ervan bewust dat ik niet iedereen te vriend kan houden’

Hoe zou uw directe omgeving u omschrijven?

“Ik denk dat ze zouden zeggen dat ik een sportief, actief en sociaal type ben. Ik werk als Europarlementariër in Brussel. Daarnaast doe ik survivalruns, dat is hardlopen met hindernissen, en onlangs heb ik de Elfstedentocht gefietst. In 2020 kreeg ik long covid, daar ben ik drie jaar ziek van geweest. Die tocht was voor mij de ultieme test om te kijken of ik er weer was. En ik kan gelukkig zeggen dat het heel goed ging! Ik vond het superleuk, ’s ochtends om 7.00 uur staan er al mensen langs de kant van de weg om je aan te moedigen. Dit was gemeenschapszin op z’n best.”

Wat was de impact van die long covid?

“Ik heb anderhalf jaar helemaal niet gewerkt. Ik moest revalideren en langzaam opbouwen. Pas na drie jaar kon ik zeggen dat ik weer de oude was. En dat terwijl ik voor die tijd op en top gezond was. Ik vond dat behoorlijk heftig. Als je er middenin zit, weet je niet hoelang dit gaat duren. Uiteindelijk heeft het me geleerd om goed naar mijn lichaam te luisteren en grenzen te stellen.”

U zit nu zo’n negen maanden in Brussel. Voelt u zich er thuis?

“Ja! Ik stapte op een rijdende trein. Iedereen kent elkaar en je komt er als nieuweling bij. Het is  best groot, maar het voordeel is dan dat het ook niet zo opvalt dat je nieuw bent. Je moet gewoon meedoen, mensen behandelen je niet als ‘de nieuwe’. Je bent gelijk one of the guys, dat vond ik heel leuk. Je hebt in Brussel met allerlei culturen te maken, je spreekt veel mensen. Ik vind het een mooie, eervolle baan.”

Waarom bent u naar Brussel gegaan?

“Hiervoor was ik statenlid en wethouder. Thema’s die ik belangrijk vind, landbouw, duurzaamheid en asiel, had ik allemaal in mijn portefeuille. Maar ik zat op de uitvoeringskant en wilde er graag meer aan de voorkant mee bezig zijn. Dan moet je in het Europees Parlement zijn, want daar worden de besluiten genomen. Ik merk dat ik daar echt van invloed kan zijn, ook al hebben we er maar één zetel. Vaak kun je daarmee net het verschil maken.”

In het Europees parlement kun je echt van invloed zijn, ook al heb je maar één zetel

Welk thema is voor u persoonlijk het belangrijkst?

“Dat zijn er eigenlijk drie. Ik focus me op vrijheid omdat ik vind dat we moeten staan voor de democratie, daarnaast vind ik het christelijk geluid erg belangrijk en zorg voor de schepping.”

Over die schepping gesproken, u leeft plasticvrij. Wat is uw motivatie?

“Dat was naar aanleiding van de ramp met de MSC Zoë, een schip op de Noordzee, zo’n vijf jaar geleden. Er vielen heel veel containers in het water met allemaal troep. Alles spoelde aan, van wasmachines tot My Little Pony’s. Op dat moment besefte ik: we kopen en verspillen maar, we vernietigen de aarde. Toen besloten mijn man en ik om plasticvrij te leven.”

Is dat een beetje te doen?

“Het lukt denk ik voor 90 procent. Brood haal ik in een linnen broodzak bij de bakker, groente halen we bij de lokale boer. Op het platteland in Dokkum, waar ik woon, is dat natuurlijk goed te doen. Maar ook in grote steden heb je veel alternatieven. Soms ontkom je niet aan plastic, zoals bij medicijnverpakkingen. Maar we doen wat we kunnen. Voor de een is dat geen vlees eten, voor de ander geen vliegvakanties meer. Voor mij is dat een leven zonder plastic nastreven.”

Campagnetijd is een drukke tijd, hoe houdt u het vol?

“Door gezond te eten, goed te slapen en veel te sporten. Daardoor kan ik veel aan. Ik zie veel politici die lange dagen en korte nachten maken. Ik denk dat je daar geen betere besluiten van gaat nemen of dat je daar een beter mens van wordt. Ik denk dat als je goed voor jezelf zorgt, dat uiteindelijk ook beter is voor je werk.”

Campagnetijd is een drukke tijd, hoe houdt u het vol?

Een week in het bos of aan het strand?

“Dat is een moeilijke keuze. Als ik er maar op uit kan en goede wandelingen kan maken. Ik houd heel erg van de natuur. Al vind ik de dynamiek van de stad ook heel leuk, daar ben ik natuurlijk veel voor mijn werk. Maar ik vind het ook fijn om weer in alle rust thuis te komen. Die balans bevalt me heel goed.”

Waar haalt u uw inspiratie vandaan?

“Mijn geloof is voor mij de bron. Ik geloof dat God van elk mens vraagt dat hij zijn uiterste best doet om wat moois te maken van deze wereld en dat je een ander behandelt zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat is voor mij een leidraad, ook in de politiek.”

In wie ziet u een voorbeeldfiguur?

“De inmiddels overleden christelijke zangeres Kinga Bán kon niet alleen heel mooi zingen, ze had ook een heel sterk geloof, ondanks haar ziekte. Als ik haar hoor zingen, ontroert me dat telkens weer. Ik herken wel dat God mijn leven leidt en dat het goed komt, hoe het ook komt. Dat geeft rust. Kinga kon dat heel mooi verwoorden.”

Een politicus krijgt veel kritiek te verduren. Hoe gaat u daarmee om?

“Als mensen commentaar op mij hebben, probeer ik daarnaar te luisteren. Ik zal mijn excuses maken als ik iets niet goed gedaan heb.  Wanneer mensen iets negatiefs van me vinden, kan ik dat makkelijk van me af laten glijden, het hoort erbij. Ik kan het goed filteren. Ik ben me ervan bewust dat ik niet iedereen te vriend kan houden. Naar kritiek op sociale media kijk ik niet, dan kan ik het me tenminste ook niet aantrekken. Wanneer je ergens geen invloed ophebt, kun je daar maar beter geen aandacht aan besteden. En lukt dat niet, dan is politiek een zwaar vak.”

Als mensen commentaar op mij hebben, dan probeer ik daarnaar te luisteren

De Europese verkiezingen zijn voor veel mensen nogal een ver-van-mijn-bed-show. Waarom is het volgens u belangrijk om wel te gaan stemmen?

“Er is een progressief liberale groep in het Europees Parlement die wil morrelen aan alles wat christelijk is. Er staat echt wel wat op het spel. Ze willen bijvoorbeeld bijzonder onderwijs de nek omdraaien. Dat kan betekenen dat er op termijn geen christelijke scholen meer bestaan in Nederland. Maar op meerdere fronten zie ik een verval van het christelijk geluid in Europa. Er lijkt een soort ‘religieallergie’ te zijn ontstaan, die gaat gepaard met een fanatisme over gender en seksualiteit, waardoor een goed gesprek erover al niet meer mogelijk over is. Vrijheid is dat je verschillend mag denken over bepaalde onderwerpen. En zolang je je aan de grondwet houdt, moet dat kunnen.”

Tekst & interview: Francien van der Valk