Als vrijwilliger van Gevangenzorg Nederland bezoekt Liesbeth gevangenen
14 mei 2021 · 11:30
Update: 15 november 2024 · 11:14
Liesbeth van den Berg (70) is vrijwilliger bij Gevangenenzorg Nederland. Ze gaat op bezoek bij mensen die in de gevangenis of tbs-kliniek zitten. “Deze mensen hebben vaak helemaal niemand meer, ze zijn heel eenzaam. Het is fijn om hen de aandacht te geven die ze zo missen.”
Gevangenenzorg Nederland
Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen staat in Mattheüs 25:36. Dat is het fundament van Gevangenenzorg Nederland. Mensen die in de fout zijn gegaan worden gestraft door rechters, maar daar mag barmhartigheid tegenover staan. “Ik werkte als juf op de basisschool tot ik met pensioen ging. Het leek me nog te vroeg om achter de geraniums te gaan zitten en via iemand die dit al deed kwam ik ook bij Gevangenenzorg Nederland terecht. Eerst kreeg ik een gedegen intake, waarom je dit wilt doen en wat je ervan verwacht. Daarna volgde een cursus van twee dagen die heel goed was. Je leert hoe de dingen gaan in de gevangenis, wat je tegen kunt komen.
Je zit in de gevangenis in een spreekkamer waar niemand je hoort of ziet. Dat is prettig voor de gevangene die nu vrijuit kan praten want als vrijwilliger van Gevangenenzorg ben je onafhankelijk. Niets van wat de gevangene zegt, komt naar buiten of in een rapport. Alles wat gedetineerden openlijk zeggen kan tegen hen gebruikt worden door medegevangenen of bewakers. Voor mij was dat in het begin best spannend, want je weet niet wat voor persoon je tegenover je krijgt. Je leert om altijd dicht bij de alarmknop te gaan zitten, al heb ik die gelukkig nooit nodig gehad. Bovendien vraagt een gevangene zelf bezoek aan, dus je komst is gewenst. Zij hebben vaak weinig of geen contact meer met het thuisfront. Verder leer je op de cursus ook om vooruit te denken. Wat doe je bijvoorbeeld als iemand vrijkomt? Hou je dan contact? En hoe doe je dat dan? Laat je hem of haar toe in je eigen sociale netwerk? Dat zijn dingen waar je goed over moet nadenken.”
Ik raak er steeds meer van doordrongen hoe belangrijk het is waar je wieg stond
“Als je bij iemand op bezoek gaat krijg je van tevoren maar summiere informatie. Als de gedetineerde jou zijn verhaal wil vertellen is dat prima. Het is ook de enige manier waarop je het verhaal te horen krijgt,” zegt Liesbeth.
“Gevangenenzorg is een christelijke organisatie, maar ik kom niet om te bekeren. Al komt het geloof bijna altijd wel ter sprake. Ik kom om een luisterend oor te bieden. En dan hoor je heel trieste verhalen. Je hoort wel eens: ‘Ja, ze hebben allemaal een moeilijke jeugd gehad, dus dan mag dat allemaal maar…’ Zo ligt het natuurlijk niet. Iedereen maakt zelf keuzes, maar ik raak er steeds meer van doordrongen hoe belangrijk het is waar je wieg stond. Was je geliefd, werd je verzorgd, voelde je je veilig. Kreeg je de kans om op te groeien tot een zelfstandig en verantwoordelijk mens?”
Eerste bezoek aan de gevangenis
“De eerste gedetineerde die ik bezocht was een vrouw. Zij begon meteen met: ‘Nu wil je natuurlijk weten waarom ik hier zit, nou dat zal ik je vertellen’. Er volgde een verhaal over een moeder met psychische problemen die haar met medicijnen ziek maakte, over een vader bij wie ze na de scheiding van haar ouders ging wonen en die haar misbruikte. Dat is allemaal geen excuus, maar dat er dan meer fout gaat is bijna logisch. Zij besefte dat ze psychische hulp nodig heeft en wilde graag aan zichzelf werken. Helaas kreeg ze dat niet in de gevangenis waar ze eerst zat. Ze moest eerst haar lange straf maar uitzitten en de rest kwam wel in de tbs-kliniek, waar ze ook tot veroordeeld was. Nadat ze overplaatsing aanvroeg naar een gevangenis waar ze wel psychische hulp kreeg, is ze in een jaar tijd enorm vooruit gegaan! Prachtig om te zien. Ze begon zelfs aan een studie en haalde meerdere deelcertificaten. Die afdeling werd helaas opgeheven en ze moest terug naar de eerste gevangenis. Maar de ontwikkeling die ze heeft doorgemaakt neemt niemand haar meer af. Deze vrouw bezoek ik al vijf jaar en dan bouw je een band op. Zij kan mij ook bellen als ze wat kwijt wil.”
‘We maken allemaal fouten en het is menselijk om die op een weegschaal te leggen’
“Ook bij anderen die ik bezoek zie ik de impact die je jeugd heeft op verdere leven. Zo bezoek ik een man in een tbs-kliniek. Hij heeft een vorm van autisme, maar dat werd pas na zijn 60e in de gevangenis ontdekt. In zijn jeugd werd hij weggezet als ‘dom’ en was hij de grote teleurstelling van zijn vader. Dat doet iets met je. Hij trouwde wel, maar voelde zich door niemand echt begrepen, waardoor hij naar kinderen trok. Die namen hem zoals hij was. Maar aan kinderen zitten mag natuurlijk niet. Dat weet hij ook wel, maar als hij gestrest is, is die neiging er toch weer. Ik vind dat uiteraard ook niet goed, maar ik weet dat God net zo veel van hem houdt als van mij. We maken allemaal fouten en het is menselijk om die op een weegschaal te leggen, maar dat doet God niet. Bij deze man groeide het besef dat hij kinderen heeft beschadigd en dat dat nooit meer mag gebeuren. Dat is mooi om te zien.”
Ik weet nu voor het eerst wat vriendschap is
Tbs-kliniek
“Het eerste bezoek in een tbs-kliniek vond ik spannend. Daar zit je niet in een spreekkamer, maar in de huiskamer van de groep. Hoe veilig voel je je daar? Nu heeft de kliniek die ik bezoek een heel mooie binnentuin waar verspreid bankjes staan. Gelukkig was het een mooie zomer en konden de eerste gesprekken op een bankje in de tuin plaatsvinden met anderen op ‘roepafstand’. Dat vond ik fijn. Inmiddels zijn we een paar jaar verder en kennen we elkaar goed. Hij mag nu ook weer af en toe naar buiten en dan gaan we samen naar kringloopwinkels. Hij is nogal gek op oude popmuziek en altijd op zoek naar lp’s en cd’s uit die tijd.
Het is fijn als je zoiets voor anderen kunt betekenen, daar word je zelf ook gelukkig van. Zo ontroerde deze man mij door op een kerstkaart te schrijven: Ik weet nu voor het eerst wat vriendschap is.”
Klik hier voor meer informatie over het werk van Gevangenenzorg Nederland.
Lees ook: Saskia kwam tot geloof in een Surinaamse gevangenis