Adoptie door homostellen: hoe zit dat nou eigenlijk?
Al meer dan een decennium is het voor Nederlandse homoseksuele stellen mogelijk om kinderen uit het buitenland te adopteren. Voor die tijd was het alleen mogelijk via een zogenaamde éénouderprocedure. Desondanks is adoptie door homostellen complex. Hoe komt dat?
Beperkte mogelijkheden
In slechts drie landen is buitenlandse adoptie door homoseksuele stellen wettelijk toegestaan: Zuid-Afrika, Portugal en de Verenigde Staten. Veel landen staan vanuit religieus of cultureel perspectief alleen adoptie aan heterostellen toe. In de Verenigde Staten hebben biologische ouders de mogelijkheid om zelf de adoptieouders te kiezen; de zogenaamde open adoptie: "De moeder van onze zoon heeft zelf een adoptieplan gemaakt met de social workers in Amerika. Zij heeft bepaald wie de ouders van haar kind mogen zijn en wij onderhouden gelukkig veel contact met elkaar. Vorig jaar hebben we elkaar nog gezien. Hopelijk kijkt onze zoon later met een fijn gevoel terug op ontmoetingen als deze."
Arnoud en zijn vriend adopteerden vijf jaar geleden hun zoontje uit de Verenigde Staten. Het adoptieproces duurde ruim vijf jaar. Hij en zijn partner hebben veel moeten regelen om aan alle voorwaarden te voldoen. “Het was een lang traject, maar met hulp van onze vergunninghouder A New Way is het gelukt.”
Dat er vandaag de dag zo weinig landen kinderen ter adoptie stellen aan homoseksuele stellen, vindt Arnoud niet terecht. Hoewel hij blij is dat de wetgeving in Nederland homostellen wel de mogelijkheid biedt om te adopteren, kan hij zich niet vinden in de wetgeving van veel andere landen. Arnoud: "De houding van veel landen die homoseksuelen uitsluiten, is weldegelijk discriminerend."
Welke opties zijn er voor homostellen?
Het adoptietraject is een complex en zwaar proces, zowel voor hetero- als voor homostellen. Het traject duurt vaak jaren en de landen van herkomst stellen verschillende voorwaarden. Vanwege het aanbod van pleegzorg in Nederland is binnenlandse adoptie nauwelijks een alternatief. Jaarlijks worden er volgens het blad Ouders Van Nu maar zo'n 26 kinderen ter adoptie in Nederland afgestaan. De meeste van deze kinderen zullen naar ouders binnen het eigen netwerk gaan.
Waar homostellen sinds 2019 ook voor kunnen kiezen, is draagmoederschap. Twee klinieken in Nederland begeleiden het proces om via een draagmoeder de kinderwens van homoseksuele stellen mogelijk te maken. Zo wordt de wens om een biologisch eigen kind te krijgen, mogelijk gemaakt. Arnoud: “Persoonlijk had ik niet de behoefte aan een genetisch eigen kind. Adoptie vindt sowieso plaats binnen een ingewikkelde situatie. Een moeder staat haar kind echt niet zomaar af. Met adoptie probeer je die situatie minder ingewikkeld te maken. Mijn keuze voor adoptie hangt misschien ook wel samen met mijn geloof: het idee dat al het leven uit God geboren is. Ik hoef niet persé nieuw leven te creëren. Ik vind het minstens zo waardevol om vader te zijn van een kind wat al bestond.
Stigma rondom negatieve verhalen
Stichting Meer dan Gewenst steunt stellen uit de LHBT-community die een sterke kinderwens hebben. Zij organiseert ontmoetingen tussen verschillende wensouders, die samenkomen om elkaar te steunen en ervaringen met elkaar uit te wisselen. Zij betrekken daarbij ook de adoptiekinderen zelf, die bij elkaar herkenning kunnen vinden. Kinderen kunnen soms eenzaamheid of onbegrip ervaren. Een kind dat bijvoorbeeld twee vaders of twee moeders heeft, kan wel eens worden gezien als het ‘unieke’ kind in de klas.
Volgens Luc Nibbeling, voorzitter van Stichting Meer Dan Gewenst, is het belangrijk om het stigma rondom de negatieve verhalen over adoptie te doorbereken. “We vinden het belangrijk om naast de negatieve geluiden rondom adoptie, Nederland ook te informeren over gezinnen en adoptiekinderen, die heel erg gelukkig zijn met adoptie. Of het nou om twee vaders, twee moeders, of een moeder en een vader gaat”.
Gesteund
Ondanks de zwaarte van het traject kijkt Arnoud vol dankbaarheid terug op zijn keuze. Arnoud: "Ik geniet elke dag van onze leuke, lieve, stoere en grappige zoon."
Hij voelt zich gesteund door zijn omgeving. “Ik ben zelf gelovig en kom uit een gelovig nest, maar ik heb me wel naar een omgeving toe bewogen waarin ik mezelf kan zijn. Ik zit niet diep in een christelijke wereld waarin ik negatieve reacties heb gekregen. Ook mijn vader, die vroeger regelmatig sprak in diverse kerken, heeft ons vanaf het begin af aan in de keuze voor adoptie gesteund."
De discussie rondom adoptie -en dus ook voor homostellen die willen adopteren- blijft bestaan. Arnoud: "Adoptiekinderen mogen nooit de dupe van deze discussie worden. Het is de verantwoordelijkheid van de media om geen smet te werpen op adoptie. Je wil niet dat kinderen in gezinnen waar het allemaal goed is gegaan door dit soort berichten hun ouders gaan aankijken zo van 'klopt dit allemaal wel'?"