Acht Arabisch-Joodse vluchtelingen vertellen over hun exodus
3 februari 2024 · 10:00
Update: 9 februari 2024 · 14:38
Aan het begin van de twintigste eeuw woonden er ongeveer een miljoen Joden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Ze waren er al generaties lang en leidden een relatief veilig leven. Maar daar kwam in minder dan veertig jaar op gewelddadige wijze een einde aan.
Het EO-tweeluik Een vergeten uittocht laat zien hoe deze eeuwenoude gemeenschappen zijn weggejaagd uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika en hoe Joodse burgers uit lijfsbehoud naar Israël trokken.
Vluchten naar een nieuwe staat
Met de oprichting van de staat Israël in 1948 verslechterde hun toch al precaire positie. De omringende Arabische landen verklaarden Israël de oorlog en Joden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika kregen te maken met een golf van geweld. Ze waren hun leven niet meer zeker. Vluchten naar de nieuwe Joodse staat was meestal hun enige optie.
Operatie Vliegend Tapijt
In dit tweeluik vertellen acht van deze voormalige vluchtelingen hun verhaal. Ze zijn geboren in Bagdad, Aleppo, Tripoli, Caïro of Aden, maar moesten als kind of tiener hun geboorteland ontvluchten richting Israël. Ze vertellen over het leven als Joodse minderheid, hoe de sfeer omsloeg en via welke bijzondere routes ze in veiligheid zijn gebracht. Te voet, met de auto, vrachtwagen, boot of via Operatie Vliegend Tapijt. Hun bijzondere verhalen worden tot leven gewekt door animaties en historische beelden.
Antisemitisch sentiment
Een van hen is Edy Mor. Hij werd in 1936 geboren in Bagdad. “Mijn ouders zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog verdreven uit Iran. De Ottomanen begonnen de Armeniërs en de Joden af te slachten, dus vertrok ons gezin naar Irak. Maar in 1941 was er een militaire coup in Irak onder leiding van Rashid Ali al-Gailani, een bondgenoot van de grootmoefti van Jeruzalem. Hij onderhield banden met het Duitse naziregime en wakkerde fascistisch en antisemitisch sentiment aan in Irak. Dit leidde uiteindelijk tot de Farhud, de grootste pogrom in de geschiedenis van Irak.”
Wonder boven wonder
Als 5-jarig jongetje ging Edy met zijn oom en broer naar een bevriende familie in een andere wijk. Op de terugweg kwamen ze in een opstand terecht. Edy zag hoe uit het busje vóór hen de Joden door de ramen naar buiten werden getrokken en afgeslacht. Wonder boven wonder kon het gezin van Edy ontkomen. Duizenden mensen, behorend tot fascistische groeperingen, gingen schreeuwend en plunderend door de straten. Ze sloegen ramen in en staken winkels in brand. Ze trokken Joden uit hun huizen en vermoordden hen op straat. Iedere Jood was een doelwit. Tussen 1950 en 1952 vertrok 75 procent van de Iraakse Joden (circa 120.000 mensen) naar Israël. Uiteindelijk vluchtte ook het gezin van Edy naar de nieuwe staat.
7 oktober
Het tweeluik Een vergeten uittocht is gemaakt voordat Hamas eind 2023 Israël aanviel. De verschrikkingen van 7 oktober brachten alle trauma’s van juni 1941 weer boven bij Edy. Aangeslagen vertelt hij: “Ik zag destijds als jongetje van 5 hoe ze de Joden afslachtten met messen, zwaarden en bijlen.
Het is verschrikkelijk dit nu na 82 jaar weer mee te maken
We vluchtten over de daken van de huizen naar de buren. Vanaf het dak zag ik mensen met lichaamsdelen zwaaien, armen, benen en hoofden van mensen. Het is verschrikkelijk dit nu na 82 jaar weer mee te maken.”
Gemarteld en vermoord
Ook Lily Shor (1959) werd geboren in Bagdad. “Als kind was ik me heel erg bewust van mijn Joodse afkomst”, zegt ze. “Al jong leerden we dat we er vooral niet over moesten praten. Dat we het woord ‘Israël’ niet mochten uitspreken. Wij wisten niet beter.”
In 1967 brak de Zesdaagse Oorlog tussen Israël en omringende Arabische landen uit. Het Iraakse leger werd verslagen, maar nam wraak. Iraakse soldaten pakten in Bagdad Joodse mannen op en zetten hen gevangen. Velen werden gemarteld en zelfs vermoord. Onschuldige mannen werden opgehangen op het Tahrirplein in de Iraakse hoofdstad.
Angst
Bij Lily zorgen de gebeurtenissen van 7 oktober ook voor koude rillingen. “Toen ik op televisie het Israëlische jongetje Ohad Munder zag, dat werd vrijgelaten in ruil voor Palestijnse gevangenen, moest ik huilen. In zijn blik zag ik angst. Die herkende ik van vroeger. De verschrikkelijke martelingen en slachtingen door Hamas waren niet nieuw voor ons. Dat maakten we ook mee in Bagdad, eind jaren zestig. Ik maak me nu ernstig zorgen over de gijzelaars die nog in Gaza zijn.”
Een vergeten uittocht
Of kijk de uitzendingen terug via NPO Start
Dit artikel hoort bij het programma
Een vergeten uittocht