Ga naar submenu Ga naar zoekveld

13 vragen over hemel en hel

Bestaat er een hemel en een hel?

Dat de hemel geen plaats is waar we een harpje krijgen om voor eeuwig te zingen, dat weten we. Maar wat de hemel wél is, daar weten velen minder snel een antwoord op. Dat geldt ook voor de hel. Bestaat er een hemel en een hel? En hoe dan?

Deel:

1. Bestaat de hemel eigenlijk wel?

Een toenemend aantal mensen ziet de hemel niet meer als realiteit, maar als symbolische eindbestemming van de mens. Voor hen is er niets meer dan het "van stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren" overgebleven. Het leven strekt zich voor hen niet verder uit dan het leven hier op de aarde en daarna is het dan ook definitief voorbij. Ze geloven soms nog wel in "iets" na dit leven, maar dat is dan ook niet veel meer dan het voortleven van de ideeën, prestaties en herinneringen van de overledene in de gedachten van de nabestaanden. Hemel en hel liggen voor hen dan ook niet in de toekomst, maar in het heden, vinden ze: Ons leven op aarde is hemel of hel… en wordt min of meer door ons zelf bepaald.

2. Zijn wij mensen hemelse wezens?

Zoals God de mens naar Zijn beeld schiep, zo heeft Hij waarschijnlijk ook de aarde naar het beeld van het hemelse geschapen. De volmaakte schepping van voor de zondeval was hemels en droeg dan ook hemelse eigenschappen. Zo lezen we over Abraham die van de Here en twee engelen bezoek kreeg (Genesis 18). We lezen dat Sara een maaltijd bereidde, waar de Here en de engelen van aten, terwijl Abraham van onder de boom toekeek of alles naar wens verliep. Is het mogelijk dat hemelse wezens gewoon aards voedsel tot zich nemen? Heeft de Here Jezus ook niet de veertig dagen na Zijn opstanding met Zijn apostelen gegeten en gedronken? Hij spoorde hen zelfs aan, Hem te betasten om te bewijzen dat Hij niet als een geest, maar werkelijk, lichamelijk opgestaan was. Ik krijg sterk de indruk, dat Adam en Eva in de Hof van Eden als in een stukje hemel op aarde geleefd hebben.

3. Kun je de hemel zien?

De zondeval heeft niet alleen de prachtige schepping aangetast door vruchteloosheid, maar heeft ook ons zicht op het hemelse weggenomen. Met de verschrikkelijke kloof tussen God en de mens, veroorzaakt door de zonde, werd de hemel voor de gevallen mens ook onbereikbaar. De mens werd uit de Hof van Eden verdreven en vervreemdde verder van God en het hemelse.
Voor onze zintuigen is de hemel onbereikbaar. We kunnen de hemel niet zien, horen, ruiken, smaken en tasten. In Handelingen 17 vers 27 zegt Paulus: "Alsof ze Hem al tastende vinden mochten…" De twee eerste kosmonauten uit Rusland hadden dit nog niet begrepen en kwamen, na hun eerste baantjes rond de aarde terug met hun opmerking: ‘We zijn God niet tegengekomen, dus Hij bestaat niet!’ Hoe kortzichtig! David schrijft dan ook in Psalm 14:1 "De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God." Eigenlijk hebben we een zesde zintuig nodig om de hemel te ontdekken. Paulus omschrijft dit zesde zintuig in 1 Korintiërs 2 vers 16: "Maar wij hebben de zin (letterlijk zintuig) van Christus."

4. Kunnen we bewijzen dat er werkelijk een God bestaat Die in de hemel woont?

Paulus kon dit niet toen hij voor de Epikureïsche en Stoïcijnse geleerden op de Acropolis in Athene stond en verantwoording aflegde van zijn geloof in God voor de Areopagus.
Toch was Paulus wel zeker van zijn zaak. Hij had namelijk dat zesde zintuig. Bij de schepping van de mens lezen we dat God hem uit stof van de aarde maakte en hem daarna zijn eigen levensadem inblies. Het was de adem van God, waardoor de mens een levende ziel - en tevens beelddrager van zijn Schepper werd. Toen de mens zondigde, is hij deze adem, het leven van God, kwijtgeraakt en stierf hij voor God. Hij existeerde nog wel, maar leefde eigenlijk niet meer; de mens was levend dood!
Zoals een dood lichaam blind, doof, gevoelloos, bewegingsloos en koud is, zo werd de zondaar voor God… onbereikbaar! Voor deze mens zou geen enkel bewijs toereikend zijn. De dode mens zou eerst weer tot leven moeten komen om te ontdekken dat er een God in de hemel is, Die naar Zijn kinderen omziet.
Op het pinksterfeest laat God zien hoe de dode zondaar weer tot leven komt. Het pinksterfeest begint met een geweldige windvlaag, waarmee God opnieuw Zijn levensadem in het hart van de gelovigen blaast (Handelingen 2:2). De twijfel onder de apostelen van voor het pinksterfeest sloeg om in een geweldige overtuigende zekerheid. Bewijzen waren niet meer nodig. Het grootste bewijs was in hun hart uitgestort: ze hadden Gods leven weer in zich gekregen en waren vanuit de dood overgegaan tot het leven.

5. Is de hemel voor iedereen toegankelijk?

De Here Jezus zegt in Johannes 14:6: "Niemand komt tot de Vader dan door Mij." God en de hemel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je kunt niet in God geloven en de hemel verwerpen. De Here Jezus heeft het telkens weer over Zijn Vader in de hemel. Het gaat in de Bijbel telkens weer om de God van de hemel.
De hemel is alleen toegankelijk voor hen, die in Christus geloven. Hij is Degene Die de blokkades weggenomen heeft. Als Lam van God droeg Hij onze zonden weg, waarmee de toegang tot de hemel voor ons geopend werd. Zij, die in dit Lam van God geloven en dit offer aanvaard hebben, krijgen de vrije toegang tot de hemelse heerlijkheid.

6. Hoe ziet de hemel er precies uit?

Dat weet niemand. Paulus spreekt over iemand die opgetrokken werd tot in de derde hemel en weggevoerd werd naar het paradijs, waar hij onuitsprekelijke dingen gezien heeft die niet geoorloofd zijn met menselijke woorden uit te drukken (2 Korintiërs 12:2-4). Het gaat ons bevattingsvermogen te boven en we zullen met de koningin van Scheba die bij Salomo op bezoek was om zijn heerlijkheid te aanschouwen, uitroepen: "De helft werd mij niet aangezegd!"

7. Wat is de hel?

Wat gebeurt er met hen, die het Lam van God verwerpen en niet in de Here Jezus geloven? Is er voor hen ook nog redding?
Toen de Here Jezus, Gods Zoon, aan het kruis voor onze zonden stierf, heeft Hij onbeschrijfelijk veel geleden. Hij heeft een verschrikkelijke hel doorgemaakt, en dat niet eens hoofdzakelijk door het lichamelijk, maar veelmeer door het geestelijk lijden dat Hij, door God verlaten, onderging. Hij wilde de mensheid van een eeuwige verlorenheid redden en onderging Zelf het helse lijden om ons juist daarvoor te bewaren. Het helse lijden aan het kruis geeft ons een indruk van het vreselijke lijden in de hel. Zij, die het plaatsvervangend lijden van Christus verwerpen, zullen zelf dit lijden moeten ondergaan. In Lucas 16:19-31 (de geschiedenis van de rijke man en de arme Lazarus) wordt er gesproken over een definitieve situatie na het sterven. "Zoals de boom valt, blijft hij liggen" zal dan een pijnlijke werkelijkheid worden voor hen, die Christus verwerpen! Johannes noemt de hel "de poel des vuurs, waar de ongelovigen dag en nacht gepijnigd zullen worden in alle eeuwigheden" (Openbaring 20:10). Aan de ene kant is het geweldig om in leven en dood veilig geborgen te zijn in de handpalm van God, maar aan de andere kant lezen we dat het, voor hen die Christus verwerpen, vreselijk is te vallen in de handen van de levende God!

8. Zijn hemel en hel eigenlijk wel realiteit?

Hemel en hel zijn beide realiteit, net zo als de onbeschrijfelijke goedheid en liefde van God voor de verloren mensheid. Het gaat om onze beslissing. Wat doen we met Gods liefde voor verloren zondaren?

9. Zijn er ook christenen die niet geloven in de eeuwige hel?

Ja. Zij zien de hel als een soort tijdelijk – zij het troosteloos - rangeerterrein waar mensen op het juiste spoor gezet moeten worden. En de ene mens heeft daar wat meer tijd voor nodig dan de ander. De meningen verschillen ook over hoe bewust je die ‘hel’ beleeft. Gescheiden van God is erg, maar deze mensen hebben niet zo veel met de stijl en inhoud van opwekkingspredikers als Edwards, Finney en Moody. Die deinsden er niet voor terug om hun gehoor te wijzen op de keuze tussen de heerlijkheid van de hemel en het verschrikkingen van de hel die in alle kleuren geschilderd werd. De hel is trouwens sowieso iets waar tegenwoordig nauwelijks meer over gepreekt wordt, want het Evangelie moet vooral leuk zijn voor de mensen.

10. Was is het probleem van de zonde?

Het probleem van de zonde is dat het zich tegen God richt. Wat wijzen we eigenlijk af als we Zijn liefdesaanbod in Christus afwijzen? Hemzelf. En dat laat de diepte en de gevolgen van het probleem zien. Stel: je hebt een pistool met wapenvergunning en munitie. Je mag dat pistool dus gebruiken. Stel dat je daarmee een mug doodschiet. Dan zijn er geen gevolgen. Maar stel dat je de hond van de buren doodschiet, dan zul je moeten betalen. Zelfde pistool, zelfde kogels. Stel: je schiet die buurman dood. Dan moet je dat bekopen met een levenslange gevangenisstraf of in sommige landen de doodstraf. Zelfde pistool, zelfde kogels. Het gaat er dus om tegen wie het gericht is. Als ik God afwijs, vermoord ik Zijn aanbod en daarmee Hemzelf: Ik sta schuldig aan de eeuwige straf. Gods geschenk is niet vrijblijvend.

11. Wie zegt dat later in de hemel de mens niet nóg eens in opstand komt tegen God?

In de schijnbaar volmaakte eeuwigheid was het mogelijk dat het kwaad ontstond in de vorm van de opstand van degene die aanvankelijk de lichtdrager was. Dit kon dus gebeuren en God heeft ervoor gekozen het kwaad volledig te laten gebeuren. Wie zegt, zoals in de vraag, dat dat in die ‘nieuwe eeuwigheid’ niet opnieuw kan gebeuren? Omdat God je bij wijze van spreken ‘over de rand kan laten kijken’ en zal zeggen: "Ziedaar de gevolgen."

12. Er zijn kerken en gemeenten die pleiten voor een veel ruimhartiger denken over Gods genade en verzoening, die pleiten voor alverzoening en daarom niks zien in een eeuwige hel. Hoe zit dat?

De predikant ds. Jan Bonda heeft daar zelfs een boek over geschreven (Het ene doel van God) en concludeert dat God echt alle mensen behouden wil én zal. De hel als straf heeft enkel tot doel dat mensen zich bekeren en terugkeren naar Hem.
De gedachte achter alverzoening is dat met name de apostel Paulus in sommige van zijn brieven een pleidooi voert voor een verzoening van God met al wat is en leeft. De Here Jezus heeft willens en wetens alle mensen met God verzoend, wordt dan gedacht. Wie dat niet gelooft, komt er later vanzelf wel achter dat het toch gewoon zo is.

13. Sommige groeperingen hebben het over ‘Aionen’. Wat zijn dat?

Deze groepen geloven niet dat de hel voor eeuwig is. Ze stoeien graag met de herontdekte betekenis van de Hebreeuwse en Griekse grondtekst om deze visie te onderbouwen, maar maken er vervolgens een potje van. En de Bijbel moet vooral passen in hun uitgewerkte bedelingenleer, dus de uitleg van bijbelteksten ligt van tevoren al min of meer vast. Daarbij speelt het Griekse woord ‘aioon’ een sleutelrol. Aioon betekent namelijk niet eeuwigheid, maar tijdperk of begrensde tijd. Dus ‘eeuwige straf’ en ‘eeuwig leven’ duren slechts tijdelijk, totdat God alles in allen zal zijn en alles en iedereen met God verzoend is, inclusief de satan en de demonen! Zij worden uiteindelijk en noodgedwongen verzoend met God, want het kan niet zo zijn dat er ergens een plekje in het universum zal blijven waar God buitengesloten wordt. En dat is een ander knelpunt: het kwaad wordt gebagatelliseerd. De zondeval en het lijden in de geschiedenis is dan niets anders dan een noodzakelijke en door God gewilde donkere achtergrond. Daartegen kan Gods liefde en genade dan des te helderder afsteken. God is zo de schrijver, regisseur en producent van het hele werelddrama en dus verantwoordelijk voor alles. De mens figureert slechts in dat stuk en draagt dus ook geen enkele verantwoordelijkheid. En dat is precies het tegendeel van wat Gods Woord laat zien: “Adam, waar ben je?”

Ds. Th. Niemeijer, ds. Kees van Velzen & drs. André Meinema
Redactie: Ronald Koops

Over de schrijvers:
Ds. Th. Niemeijer is predikant van de Vrije Baptisten Gemeente te Enschede. Daarnaast is hij redactielid van ‘Het Zoeklicht’ en verzorgt hij reeds twintig jaar de vragenrubriek van dit blad. Wekelijks doceert hij op tal van plaatsen van ons land seminars die Het Zoeklicht organiseert.

Ds. Kees van Velzen is hoofd Nazorg van de Evangelische Omroep. Daarvoor was hij predikant; hij heeft in Heverlee aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) gestudeerd.

Drs. André Meinema studeerde godsdienstwetenschappen en filosofie en is nu werkzaam als journalist bij NOS Radio 1 Journaal.

--:--