Pittige vragen aan gelovigen - en antwoorden
20 februari 2014 · 15:15
Update: 28 november 2022 · 14:46
In contacten met andersdenkenden krijg je als christen soms lastige vragen voor de voeten geworpen. Op verzoek van Visie zetten dr. Stefan Paas en dr. Rik Peels, de auteurs van God bewijzen*, hun tanden in zes pittige kwesties.
1. De Bijbel is overduidelijk een sprookjesboek, met al die verhalen over de meest ongeloofwaardige wonderen.
"Ook sprookjes bevatten diepe waarheden, dus zelfs als de Bijbel een sprookjesboek is, dan is het daarmee nog geen boek dat je ongelezen kunt laten! Maar afgezien daarvan, de Bijbel is niet één boek, maar een verzameling boeken uit een periode van ruim tweeduizend jaar. Die omvat ongelooflijk veel verschillende teksten: geschiedschrijving, legenden, wijsheden, liederen, gedichten, wetten, brieven en profetieën. Wie de variëteit en rijkdom daarvan ontdekt, zal niet meer roepen dat de Bijbel een sprookjesboek is. Over de mogelijkheid van wonderen hebben we het overigens uitgebreid in ons boek God bewijzen."
2. In een God die Auschwitz en de moord op 6.000.000 Joden toestaat, kan ik onmogelijk geloven.
"De Shoah en al het andere afschuwelijke lijden in de wereld stellen ons inderdaad voor grote vragen. Die vragen zijn zelfs zo groot en existentieel dat ze niet met een paar woorden beantwoord kunnen worden. Voor een uitgebreid antwoord op deze vraag verwijzen we dan ook graag naar ons boek God bewijzen, hoofdstuk 3. Daar geven we een antwoord dat naar ons besef het dichtst bij de bronnen van het christelijk geloof komt en tegelijk steekhoudend is. Daar zeggen we dit: wie bezwaar maakt tegen het bestaan van God op basis van het kwaad in de wereld (dus ook Auschwitz), gaat ervan uit dat God volmaakt goed is, alwetend en almachtig (Hij wil geen kwaad, Hij weet ervan, en Hij kan er iets aan doen). Als God niet goed, alwetend of almachtig was, dan zou het immers heel normaal zijn dat er zoveel kwaad is.
Het probleem met dit argument is dat het zichzelf ondermijnt: als God inderdaad almachtig, volmaakt goed en alwetend is, dan weten we ook dat wij dat allemaal niet zijn. Het is dan ook niet vreemd om te zeggen: een volmaakt goede, alwetende en almachtige God heeft ongetwijfeld redenen om het kwaad toe te laten in Zijn wereld, die wij niet kennen. Wij kunnen de geschiedenis en alle complexe verbanden niet overzien, God kan dat wel. Het kwaad in de wereld kan mensen natuurlijk totaal van hun geloof afbrengen (hoewel er ook veel mensen zijn die juist vanwege het bestaan van het kwaad hartstochtelijk geloven in een God die ooit recht zal doen). Maar het is vanuit intellectueel oogpunt geen deugdelijk argument om te zeggen dat er geen goede, alwetende en almachtige God kan zijn."
3. Het (buiten-bijbelse) historische bewijs dat Jezus heeft bestaan, is flinterdun. Dus waarom zou ik in Hem geloven?
"Er is wel degelijk buitenbijbels bewijs dat Jezus heeft bestaan, wonderen deed en aan een kruis is geslagen. Het is niet veel, maar het bestaat. De belangrijkste vraag is echter: wat is er mis met het bijbelse bewijs? De nieuwtestamentische boeken behoren tot de oudste geschriften die we hebben over Jezus en ze dateren allemaal uit de eerste eeuw. Het feit dat ze door aanhangers van Jezus zijn geschreven, zegt niet veel. Elke schrijver heeft bepaalde belangen; dat is nog geen reden om te denken dat hij onzin verkoopt. De schrijvers van het Nieuwe Testament waren bereid om hun leven te geven voor hun geloof, dus we mogen aannemen dat zij in elk geval zelf vurig geloofden in Jezus. Uiteindelijk is het dus vrij simpel: geloven we dat de mensen die kort na Jezus leefden (en in sommige gevallen Hem nog hebben meegemaakt) integer genoeg waren om een redelijk betrouwbaar verhaal op te schrijven over Jezus? Iets anders dan hun teksten heb- ben we niet. Dus iemand die ze wil aanvechten, moet maar vertellen waarom we deze historische bronnen niet zouden vertrouwen."
4. De vier evangeliën spreken elkaar op punten tegen. Dat ondermijnt hun geloofwaardigheid.
"Het Johannesevangelie is een verhaal apart, dus dat laten we hier even buiten beschouwing. Maar natuurlijk spreken de drie andere evangeliën elkaar op onderdelen tegen. Het zou gek zijn – en hoogst verdacht – als dat niet zo was. Een verslag of een getuigenis is geen wiskunde. Wanneer ze keurig in alle details overeen zouden komen, zou het wel erg lijken op afgesproken werk. Het feit dat er drie verschillende bronnen zijn (behalve Johannes en korte verwijzingen in de brieven van Paulus, Jacobus en Petrus), die globaal hetzelfde beschrijven, maar op onderdelen van elkaar afwijken, pleit juist voor hun betrouwbaarheid."
5. Waarom zou, als er al een god is, uitgerekend de christelijke 'de Ware' zijn?1. Waarom zou, als er al een god is, uitgerekend de christelijke 'de Ware' zijn?
"Kinderen die op het platteland wonen, spelen nogal eens in een maïsveld. Maïs is een hoog gewas: als je erin speelt, zie je niets meer behalve de stengels vlak voor je gezicht. Vergelijk het leven eens met een enorm maïsveld waar allerlei mensen hun weg zoeken, soms alleen, soms in groepjes. Ze zijn allemaal op zoek naar de uitgang van deze enorme doolhof. De een denkt dat het die kant op is, de ander zoekt het aan de andere kant. Sommige groepjes menen de uitweg gevonden te hebben en schreeuwen om zich heen dat iedereen hen moet volgen. Weer anderen roepen: 'Geef het maar op; deze doolhof heeft geen uitweg. Wees flink en zie het onder ogen!' En ten slotte zijn er ook mensen die zeggen: 'Het maakt niet uit waar je heen gaat; uiteindelijk kom je allemaal bij dezelfde uitgang uit.'"
Het probleem is nog lastiger
"Dat lijkt erg op deze wereld, waarin gelovigen van allerlei religies, agnosten, atheïsten en 'spiritueel ongebondenen' allemaal beweren dat zij weten hoe het maïsveld in elkaar zit en hoe de wegen lopen. Maar het punt is natuurlijk: niemand weet dat. Er is geen manier om ‘objectief’ vast te stellen welke god de ware is, welke godsdienst gelijk heeft. Om dat te weten, zou je met een helikopter boven het veld moeten zweven. Sommige mensen doen net alsof ze die kennis hebben, wanneer ze beweren dat er helemaal geen uitweg is, of wanneer ze zeggen dat alle wegen naar hetzelfde punt leiden. Maar zij weten dat ook niet; zij vertrouwen er maar op.
Het probleem is nog lastiger. Er hangt namelijk nogal wat van af of we de juiste weg hebben. Neem de vraag of er leven is na de dood: komt er een laatste oordeel? Is dood gewoon dood? Worden we uitgeblust in het nirwana nadat we duizenden levens hebben geleefd? Nogmaals: niemand kan dat objectief bepalen.
Wij kunnen mensen geen garanties geven dat de ‘christelijke god’ de ware is. Niemand kan je garanties geven dat zijn levensovertuiging de ‘ware’ is."
Drie dingen
"Wat we kunnen doen, is dit: we kunnen je ‘voorstellen’ aan Jezus Christus, Die volgens christenen heeft laten zien Wie God is. Uit die ontmoeting kun je een paar dingen leren, die je misschien helpen bij je zoektocht:
1. Jezus zei dat Hij de ‘weg, de waarheid en het leven’ is. Hij zei dit toen Hij over de vloer kroop om de voeten van zijn leerlingen te wassen en vlak voordat Hij aan een kruis geslagen zou worden. Misschien is de zoektocht naar een objectieve, gegarandeerde waarheid wel bij voorbaat mislukt. Waarheid volgens Jezus is een levensweg, die ons brengt tot dienen en liefhebben. Waarheid à la christendom is iets van een bak met water en een handdoek, iets met een kruis.
2. De waarheid volgens Jezus is blijkbaar niet iets wat je kunt downloaden als informatie, of met een megafoon kunt uitschreeuwen boven het maïsveld. We kunnen die waarheid alleen maar ontmoeten op onze eigen plek in de doolhof en vanuit onze eigen achtergrond. Jezus zei niet: 'Dit is de waarheid', maar 'Ik ben de waarheid'. De waarheid is een persoon. Deze waarheid is dus niet objectief en abstract verkrijgbaar, maar alleen in de ontmoeting met een ander. Vandaar de christelijke nadruk op zending: de waarheid kan alleen van mens tot mens worden verspreid.
3. Deze waarheid vind je niet via een proces van argumenteren en bewijsvoering, helaas. De christelijke waarheid is altijd kwetsbaar, het resultaat van ‘gegrepen’ zijn door Jezus. Het is meer een kwestie van ‘de Ware’ gevonden hebben, dan ‘de waarheid’ gevonden hebben. En vervolgens weer die Ware voorstellen aan anderen.
Er is geen onfeilbare methode om te weten wat de waarheid over het leven is. Christenen kunnen je er niet van overtuigen dat zij gegarandeerd gelijk hebben, hoe slim ze ook zijn. Het enige wat christenen kunnen doen, is je vertellen over Jezus en laten zien hoe Hij in hun eigen leven werkt. Met die waarheid komen ze door de doolhof heen."
6. Op de vraag wat hij zou zeggen als hij na zijn dood tóch God zou ontmoeten, antwoordde de atheïst Bertrand Russell: 'U hebt ons onvoldoende bewijs gegeven.' Russel heeft toch gewoon gelijk?
"Laten we even aannemen dat dit bezwaar bedoeld is als bezwaar tegen het bestaan van God. Russell bedoelde het overigens zelf waarschijnlijk niet zo sterk; hij leek het meer te gebruiken als een reden waarom hij zelf niet in God geloofde. Het is natuurlijk goed mogelijk dat je vindt dat je zelf geen goede reden hebt om in God te geloven, terwijl je tegelijk best wilt accepteren dat andere mensen wel goede redenen hebben. Misschien hebben zij ervaringen die jij niet hebt gehad, bijvoorbeeld."
Het probleem in drie woorden
"Maar laten we het opvatten als een bezwaar tegen het bestaan van God. Dus: als er inderdaad een goede, almachtige God is, dan zou Hij ieder mens voldoende bewijs moeten geven om in Hem te geloven. Dat gebeurt duidelijk niet, dus er kan niet zo’n God zijn.
In ons boek God bewijzen gaan wij uitgebreid op dit bezwaar in. Natuurlijk geeft het heel goed aan waarom veel mensen niet of niet meer in God (kunnen) geloven. Maar is het daarom ook een geldig argument tegen het bestaan van God? Wij denken het niet. Het probleem in dit zinnetje zit hem in drie woorden: ‘U’, ‘ons’ en ‘bewijs’."
'U'
"Wat ‘U’ betreft: het bezwaar veronderstelt blijkbaar een paar dingen over God. Bijvoorbeeld dat God bereid is om iedereen zoveel bewijs te geven dat hij of zij er eigenlijk niet meer onderuit kan om in Hem te geloven. Maar past dat wel bij een relatie van liefde die God volgens de Bijbel op het oog heeft? Zou Hij willen dat mensen in Hem geloven, zoals ze geloven in het bestaan van Pluto of de Noordpool – abstract en intellectueel, zonder hartstocht of liefde? Of het argument veronderstelt dat God ons blijkbaar verplicht is om voldoende bewijs te leveren. Hoe dan ook, het bezwaar veronderstelt allerlei dingen over God die niet helder gemaakt worden en die ook niet zomaar vanzelfsprekend zijn. Integendeel zelfs."
'Ons'
"Wat ‘ons’ betreft: blijkbaar bedoelt Russell met ‘ons’ hemzelf en anderen die niet in God geloven. Maar er zijn ook heel veel mensen die wel in God geloven. Dus bij nader inzien is het helemaal niet zo duidelijk dat God onvoldoende bewijs geeft; voor veel mensen is het blijkbaar wél voldoende. Waarom zou het probleem eigenlijk niet bij mensen liggen? En waarom zou God bewijs moeten leveren dat voor iedereen in alle tijden (van een boer in de Steentijd tot een atheïstische hoogleraar filosofie in het 21e-eeuwse Nederland) even duidelijk en overtuigend is? Misschien staan sommige groepen mensen wel veel meer open voor God dan andere? Wellicht maken welvaart en een verlangen naar autonomie ons wel minder gevoelig voor de subtiele signalen van God."
'Bewijs'
"En wat ‘bewijs’ betreft: wat bedoelt Russell met ‘bewijs’? Waaraan zou een bewijs voor God moeten voldoen? En wie bepaalt dat? Moet iedereen afzonderlijk dit bewijs ontvangen, of is het genoeg dat sommige mensen dit bewijs ontvangen en daarover getuigen? Immers, de overgrote meerderheid van de mensheid heeft zelf geen bewijs ontvangen dat er quarks en protonen zijn; we geloven een heel kleine minderheid op hun woord.
Zo zijn er meer vragen. Maar het punt is: als dit bedoeld is als bezwaar tegen het bestaan van God, dan blijkt bij nader inzien dat het meer een retorische uitspraak is dan een echt argument. Het lijkt erop dat de ervaring van een relatief kleine groep (vooral) westerse mensen wordt verheven tot een algemeen geldige waarheid."
wat christenen kunnen doen, is je vertellen over Jezus en laten zien hoe Hij in hun eigen leven werkt. Met die waarheid komen ze door de doolhof heen."lijke 'de Ware' zijn?
Tekst: Gert-Jan Schaap
Beeld: Pluis
Bron: Visie 2014, nr. 8
'God bewijzen - argumenten voor en tegen geloven', uitgeverij Balans, Stefan Paas en Rik Peels, 280 blz., € 19,95.
Anders dan in dit artikel, gaan 'God bewijzen'-auteurs Stefan Paas (hoogleraar theologie) en Rik Peels (filosoof) in hun boek uitsluitend in op de vraag of het überhaupt redelijk is 'om te geloven in een god', nog los van de vraag wélke.